Een veelgebruikte boom met een dichte, gesloten kroon. Wordt op een onderstam van A. platanoides geënt, meestal op 2,20 m hoogte. De eerste jaren is de kroon rond, later groeit deze meer de breedte in en ontstaat een afgeplatte bolvorm. De kroon wordt circa 6 m breed. Bij het uitlopen is het blad iets bruinrood getint, later verkleurt het donkergroen. In de herfst is het intens geel. De bloei is als bij de soort. Door de zeer brede kroon is deze boom minder geschikt voor smalle lanen en straten. ‘Globosum’ kan echter uitstekend worden toegepast op pleinen en in winkelcentra. De cultivar stelt weinig eisen aan de bodem en is niet windgevoelig. Verdraagt droogte.
Acer Rubrum
Middelgrote boom met een ronde tot kegelvormige kroon die dicht gesloten is. In zijn oorspronkelijk groeigebied van Noordoost-Amerika kunnen exemplaren gevonden worden die 25 m hoogte bereikt hebben. Bij ons is de maximum hoogte circa 15 m. De jonge twijgen zijn opvallend roodbruin gekleurd. Ook de bladsteel van het heldergroene blad is rood. De onderzijde van het blad heeft een blauwgroene kleur. De herfstverkleuring in oranjerode tinten is een van de belangrijkste sierwaardes. De rode, tweehuizige, bloemen verschijnen vóórdat het blad uitloopt. De vruchten zijn al vroeg in de zomer rijp en vallen snel af. De boom ontwikkelt een zware hoofdwortel waaraan veel fijne vertakkingen zitten. Op kalkhoudende grond stagneert de groei. Op deze grond, en ook wanneer die te droog is, zal geen herfstverkleuring plaatsvinden. Verdraagt (zee)wind slecht. Goed winterhard. Acer rubrum is het meest spectaculair in volle herfsttooi. Op vochthoudende, licht zure grond is de verkleuring het indrukwekkendst.
Acer plat. ‘Drummondii’
Een boom met een breed piramidale kroon. Een vrij trage groeier die, met een hoogte van 8 tot 10 m, kleiner blijft dan de soort. De groene bladeren hebben opvallende crèmewitte randen. De af en toe verschijnende takken met geheel groene bladeren dienen tijdig te worden weggenomen. Bloemen en vruchten als de soort. ‘Drummondii’ verlangt een zonnige standplaats en is geschikt als parkboom. Vereist een goede bovengrond om in te groeien en verdraagt bovendien veengrond. Goed windbestendig.
Acer Cappadocicum
Middelgrote boom met een brede, sterk vergaffelde volle kroon. De jonge twijgen zijn glimmend groen, vaak met lichtgrijze strepen die later grijsbruin worden. Toch mag deze soort niet tot de ‘slangenhuidesdoorns’ gerekend worden, daar zijn de strepen te onduidelijk voor. De donkergroene bladeren hebben opvallend dunne bladstelen met melksap. Ze zijn iets glanzend en hebben vijf tot zeven, opvallend toegespitste, lobben. In de herfst verkleuren ze diepgeel. A. cappadocicum is een boom die op vochtige, humusrijke bodem uitstekend gedijt. Plant de boom niet op zeer winderige plaatsen aan.