Middelgrote boom met een brede, sterk vergaffelde volle kroon. De jonge twijgen zijn glimmend groen, vaak met lichtgrijze strepen die later grijsbruin worden. Toch mag deze soort niet tot de ‘slangenhuidesdoorns’ gerekend worden, daar zijn de strepen te onduidelijk voor. De donkergroene bladeren hebben opvallend dunne bladstelen met melksap. Ze zijn iets glanzend en hebben vijf tot zeven, opvallend toegespitste, lobben. In de herfst verkleuren ze diepgeel. A. cappadocicum is een boom die op vochtige, humusrijke bodem uitstekend gedijt. Plant de boom niet op zeer winderige plaatsen aan.
Acer Rubrum
Middelgrote boom met een ronde tot kegelvormige kroon die dicht gesloten is. In zijn oorspronkelijk groeigebied van Noordoost-Amerika kunnen exemplaren gevonden worden die 25 m hoogte bereikt hebben. Bij ons is de maximum hoogte circa 15 m. De jonge twijgen zijn opvallend roodbruin gekleurd. Ook de bladsteel van het heldergroene blad is rood. De onderzijde van het blad heeft een blauwgroene kleur. De herfstverkleuring in oranjerode tinten is een van de belangrijkste sierwaardes. De rode, tweehuizige, bloemen verschijnen vóórdat het blad uitloopt. De vruchten zijn al vroeg in de zomer rijp en vallen snel af. De boom ontwikkelt een zware hoofdwortel waaraan veel fijne vertakkingen zitten. Op kalkhoudende grond stagneert de groei. Op deze grond, en ook wanneer die te droog is, zal geen herfstverkleuring plaatsvinden. Verdraagt (zee)wind slecht. Goed winterhard. Acer rubrum is het meest spectaculair in volle herfsttooi. Op vochthoudende, licht zure grond is de verkleuring het indrukwekkendst.
Acer campestre ‘Elsrijk’
De cultivar ‘Elsrijk’ lijkt in morfologisch opzicht sterk op de soort. De boom blijft in de regel iets lager en het blad is wat kleiner. Opvallendste kenmerk is de zeer dichte en gesloten kroon die de plant vormt. Hierdoor is ‘Elsrijk’ uitmate geschikt om in smalle straten te worden toegepast. Het feit dat de plant goed verharding verdraagt, draagt hier positief aan bij. De plant vormt een sterk vertakkende hoofdwortel met zeer veel haarwortels. ‘Elsrijk’ is weinig gevoelig voor meeldauw, eveneens een eigenschap die bijgedragen heeft aan het feit dat deze boom binnen relatief korte tijd tot het standaardsortiment laanbomen is gaan behoren. In 1953 werd ‘Elsrijk’ uit een populatie van 12 jaar oude bomen geselecteerd. Ook toen viel de plant op door de smalle kroonvorm.
Ácer Campestre – Veld Esdoorn of Spaanse Aak
De Spaanse aak is meestal een struik, zelden een boom die 10 à 12 m hoog en 10 m breed kan worden. Uitzonderlijk bereikt een boom een hoogte van 25 m. Het is een traaggroeiende soort die 200 tot 300 jaar oud kan worden. De takken zijn olijfgroen tot geelbruin en jonge takken zijn lichtbehaard. De takken vertonen vaak kurklijsten waardoor in de winter verwarring met de gladde iep mogelijk is. In tegenstelling tot de Gladde iep zijn de knoppen echter rood en tegenoverstaand. Het blad is veel kleiner dan van andere esdoorns en bestaat uit drie of vijf slippen, die zelf golvend tot gelobd zijn. De lobben zijn stomp, mat groen en aan de onderzijde behaard. De hoofdnerf is lichter van kleur en in de bladsteel zit melksap. In de herfst heeft de Spaanse aak een goudgele herfstkleur, maar kan in Zuid-Limburg ook rood zijn. De rechtopstaande bloemtuilen verschijnen van mei tot juni, tegelijkertijd met of net na de bladeren. De bloemen zijn vrij klein, onopvallend en groengeel van kleur