Product Tag: Tilia

Een goede selectie uit T. europaea met een doorgaande rechte stam en schuin opgaande takken. Met een krachtige groeiwijze vormt zich een kroon die eerst nog een spitse top heeft maar later stomper wordt. De bast blijft lang dun, pas later ontstaan diepe groeven. Er vormt zich weinig tot geen wortelopslag rond de stam. Eerst zijn de twijgen nog geelbruin maar ze kleuren spoedig bruinrood. Dit is een belangrijke herkenningspunt voor deze boom. Ook de bladknoppen zijn bruinrood. Het blad is lichtgroen met een geelachtig groene onderzijde en heeft een brede, iets hartvormige bladvoet en een rode bladsteel. ‘Pallida’ loopt in het voorjaar eerder uit dan de soort en is gevoelig voor luisaantasting met honingdauw en roetdauw als gevolg. Laat in het najaar eerder zijn blad vallen. Hierdoor alleen aanplanten in lanen met brede groenstroken en in parken. Gevoelig voor bladvlekkenziekte.

Commenting: OFF

Een uniform groeiende Amerikaanse selectie die in zijn jeugd een piramidale kroon met een doorgaande stam en een opgaande vertakking vormt. Later wordt de kroon ovaal tot eivormig. De hoogte kan uiteindelijk tot 20 m reiken, de breedte bedraagt dan circa 10 m. De stam is donkerbruin en gegroefd en jonge twijgen zijn groen tot roodbruin. ‘Greenspire’ heeft iets groter blad dan de soort. De bladvoet is hartvormig en de bladtop is abrupt toegespitst. Aan de onderzijde is het blad blauwgroen. In de vroege zomer verschijnen de sterk geurende bloemen die in korte tuilen staan. Het lichtgroene schutblad is iets korter dan de tuil. In de nazomer volgen vrij kleine vruchten. Deze zijn eerst grijs en viltig maar worden later kaal. T. cordata en cultivars zijn vrij ongevoelig voor luis. De verankering is minder goed dan bij de soort.

Commenting: OFF

Een Nederlandse cultivar met een dichte breed kegelvormige kroon met een spitse top. ‘Brabant’ heeft een goed doorgaande harttak waaraan schuin opstaande takken die steviger zijn dan bij de soort. Hoogte 20 – 25 m, breedte circa 15 m. De gladde stam is donkergrijs, jonge twijgen zijn groengrijs en viltig. Het blad is min of meer rond, mat donkergroen met een opvallende dichte witviltige onderzijde. In de herfst kleurt het lichtgeel en is het lang aanblijvend. In juli verschijnen de hangende tuilen met sterk geurende bloemen. Vanwege de uniforme groeiwijze wordt ‘Brabant’ veel toegepast. Vrijwel ongevoelig voor luis. Winterhardheidszone: 6a

Commenting: OFF